Carnaval is weer voorbij. Gisteren was het aswoensdag. Maar hoeveel mensen zijn er gisteren in de kerk geweest om een askruisje te halen? Laten we daarom vandaag maar eens een kijkje gaan nemen bij een kerk. Het is de St.-Catharina of Kruiskerk - die nu in de steigers staat - aan het Kruisbroedershof. Een aantal Bogarden die in de 15e eeuw hun klooster in de Verwersstraat hadden waar nu het Gouvernement, het Noordbrabants Museum staat, wilden volgens een strengere levensregel leven en verzochten in 1468 om tot de Orde der Kruisheren toe te mogen treden. Dat werd hen toegestaan. Kruisheren en Bogarden in één klooster werd echter geen succes en al spoedig onstond er een strijd over het eigendom. Rome besliste al in 1469 in het voordeel van de Bogarden en daarom moesten de Kruisheren een nieuwe huisvesting zoeken. Uiteindelijk vonden ze die in de omgeving van wat nu naar hen Kruisbroedershof en Kruisbroedersstraatje heet. In 1533 begon men daar met de bouw van een kloosterkapel, toegewijd aan de heilige Catharina. Toen de St.-Cathrien in 1569 parochiekerk werd, bleek zij al spoedig te klein. Van 1601 tot 1609 werd zij verlengd en van een zijbeuk voorzien. De kerk had erg te lijden van het beleg van de stad door Frederik Hendrik in 1629. Toen de kruisheer Antonius van Erp in het koor zat te bidden, trof een bom de kerk en men had grote moeite de stukken van het verminkte lijk te verzamelen. In 1650 namen de hervormden de kerk in gebruik. Omdat zij een kleine gemeenschap vormden, was het onderhoud heel moeilijk. De hervormden moesten op hun beurt de kerk in 1794 verlaten. De Fransen waren ons land binnengetrokken en de kerk kwam in gebruik als militaire bakkerij, paardestal en opslagplaats van hooi en stro. In 1809 gaf koning Lodewijk Napoleon bevel dat het gebouw weer als kerk in gebruik genomen moest worden. Ze werd echter niet gebruikt door de parochianen, maar door het Franse garnizoen. Officieel werd de St.-Catharina weer aan de katholieken toegewezen door keizer Napoleon op 8 december 1810. Maar de kerk was vervallen en bleek te klein. In 1842 vond de aanbesteding plaats voor de bouw van een nieuwe kerk naar een bouwplan van Jos de Kroon. Het vierzijdig gesloten koor van de oude kerk, dat over de Binnendieze heen was gebouwd, bleef gehandhaafd. Erg deugdelijk was deze nieuwbouw in de zogenaamde Waterstaatstijl niet. De kosten voor herstel werden ieder jaar hoger. In 1913 ontstond het plan een nieuwe kerk te bouwen. Architect Jan Stuyt kreeg de opdracht en op 13 mei 1918 werd de kerk geconsacreerd door mgr. Diepen. Voor het ontwerp van de St.-Cathrien had Jan Stuyt zich laten inspireren door de Byzantijnse bouwkunst; wellicht omdat zijn moeder Roemeense van geboorte was. De koepel was een waagstuk voor die tijd. Zij bestaat uit gewapend beton. De overspannning van 22 meter was de grootste van die tijd. Ook nu weer moest het gotisch koor bewaard blijven. Hierdoor werd het priesterkoor erg lang. Zou het altijd helemaal achteraan geplaatst worden, dan zou een deel van de gelovigen er geen zicht op gehad hebben. Daarom werd het orgel met het zangkoor hier opgesteld en kwam het hoofdaltar meer naar voren te staan. Nu is er van de buitenkant niet veel van de kerk te zien. Na de St.-Jacob in de Hinthamerstraat is de Kruiskerk aan de beurt voor een grondige restauratie. Hierna zal men weer volop kunnen genieten van dit monumentale gebouw, waar ook binnen veel te bewonderen valt. Zoals van de negen grote schilderijen van Pieter Jozef Verhagen (1728-1811), afkomstig van de Belgische Abdij van Averbode. |
St. Catharina-kerk
architect: J. Stuyt
De St. Catharina-kerk is een koepelkerk, gebaseerd op een verbouwing van een negentiende eeuwse kruiskerk (in waterstaatstijl) met behoud van het zestiende eeuwse koor dat over de Binnendieze is gebouwd. De kerk heeft een centrale ruimte met diagonaal gerichte zijkapellen en een betonnen koepelgewelf, waarboven een achtkantig tentdak is te vinden, uitlopend in een opengewerkte lantaarn. De kerk vormt een belangrijke schakel in de vernieuwing van de Nederlandse kerkbouw in het begin van de twintigste eeuw.1842 nieuwe kerk (architect J. de Kroon) 1916-1917 huidige kerk met behoud van oude koor |
De Sint-Cathrienkerk bevindt zich aan de Kruisbroedershof 4. Op de plek van de tegenwoordige Sint-Cathrien vestigden zich rond 1533 enkele kloosterlingen van de orde van de kruisheren, in 's-Hertogenbosch meestal kruisbroeders genoemd. Zij bouwden er een klooster en een kapel, die toegewijd was aan de H. Catharina van Alexandrië. Haar beeltenis staat in de voorpui van de kerk. Het kloosterterrein was bereikbaar via drie poorten: een aan de Kuipertjeswal, en twee aan de beide Kruisbroedersstraatjes. Alleen de oude, gotische apsis is bewaard gebleven van het 16e-eeuwse kloostercomplex. Deze vierzijdige koorafsluiting is gebouwd boven de Binnendieze en de enige in Nederland waar je met een boot onderdoor kunt varen. Nadat de Sint-Cathrien in 1569 tot parochiekerk werd verheven, werd zij van 1601 tot 1609 verlengd en van een zijbeuk voorzien. In 1619 werd een pastorie in Zuid-Nederlandse renaissancestijl met een fraaie krulgevel tegen de kerk aangebouwd. Na de verovering van de stad in 1629 door Frederik Hendrik vertrokken de kruisbroeders naar Schijndel. In 1650 namen de hervormden de kerk in gebruik. Vanaf 1794 fungeerde de kerk als militaire bakkerij, paardenstal en opslagplaats van hooi en stro. Op voorspraak van keizer Napoleon werd de kerk in december 1810 aan de katholieken teruggegeven. In 1842 vond de aanbesteding voor de bouw van een nieuwe kerk plaats naar een bouwplan van Jos de Kroon. De koorafsluiting van de oude kerk bleef gehandhaafd. Erg deugdelijk was deze nieuwbouw in de zogeheten Waterstaatsstijl niet. De kosten voor herstel werden ieder jaar hoger. In 1913 ontstond het plan een nieuwe kerk te bouwen. De architect Jan Stuyt kreeg de opdracht. Met deze laatste verbouwing en restauratie in 1917 kreeg de kerk het huidige uiterlijk met de kenmerkende koepel. Twee jaar later werd ook het interieur hersteld. Preekstoel en orgelgalerij zijn van 1841. Een aantal 17e-eeuwse grafzerken zijn bewaard gebleven. Er is een belangrijke reeks 17e- en 18e-eeuwse schilderijen, waaronder een cyclus van negen door P.J. Verhaghen uit 1768-1781, afkomstig uit de abdij van Averbode. Voorts gegoten koperen kronen uit de 17e eeuw. Wekelijks vinden er nog diensten plaats volgens de byzantijnse rites. Zowel het exterieur als het interieur van de Sint-Cathrien is een bezoek meer dan waard. Rondleidingen in de Sint-Cathrienkerk worden gegeven door gidsen van de Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch. | 10 |
Preekstoel en orgelgalerij met beelden uit 1841 overgebracht; aantal 17e eeuwse grafzerken bewaard en een belangrijke reeks 17e en 18e eeuwse schilderijen, waaronder een cyclus van negen door P.J. Verhaghen uit 1768-1781, afkomstig uit de abdij van Averbode. Voorts gegoten koperen kronen (17e eeuw). Vier klokken onderscheidenlijk van Joannes Moor (1652), A. en P. Petit (1759), H. Petit (1791) en Melchior de Haze (16e eeuw). |
Het bezoek van architect Jan Stuyt (1868) aan de Aja Sofia in Istanbul vormde het hoogtepunt van zijn reis naar het Midden Oosten in 1905. Van dit bezoek zei Stuyt: wanneer men dât gezien heeft en de Christelijke kerk heeft ervaren, dan is men voor heel zijn leven tot de KOEPELKERK bekeerd! Voor het kerkbestuur en pastoor F.M. Sweens (1864) moet het duidelijk geweest zijn dat, toen zij in de loop van 1915 architect Stuyt uitnodigden een verbouwingsplan voor de St. Cathrien op te zetten, zij een kerk met koepel zouden krijgen. Stuyt had niet veel voorbereidingstijd nodig. Hij voltooide juist het werk aan de Cenakelkerk van de Heiliglandstichting te Nijmegen. Bovendien waren de maten van het bestaand kerkgebouw zodanig, dat Stuyt in korte tijd een plan kon opzetten voor een kerk met koepel op een regelmatig-achthoekig grondplan. Op 29 december 1915 werd reeds aanbesteed. Bouwbedrijf Aengenendt ontvangt begin januari 1916 de opdracht voor de verbouwingswerkzaamheden. Op 5 januari 1916 werd de onderhandse overeenkomst gesloten tussen kerkbestuur en de 'Industriële Maatschappij' van F.J. Stulemeijer & Co te Breda. Voor een bedrag van ƒ 12.611, zullende benodigde gewapendbetonwerken voor de koepel e.d. worden uitgevoerd. De aannemer begon 17 januari 1916 met de sloopwerken aan de oude klooster-kerk van de Kruisbroeders. Pastoor Sweens kon OP 3 mei 1916 de eerste steen leggen. De aannemer ontving dan zijn tweede termijn (ƒ 8.808,-) In juli 1916 15 de bouw zover gevorderd, dat Stulemeijer met de werkzaamheden voor de betonnen koepel kon beginnen. Hieraan werd tot maart 1917 gewerkt. Na het ontkisten begon de bekende kerkschilder Jan Oosterman volgens een iconografisch plan het koepelgewelf te beschilderen. Voortvarend ging hij te werk. Op 22 juli 1917 honoreerde het kerkbestuur hem met ƒ 1.000,-. Op 30 augustus volgde ƒ 800,- en op 16 oktober 1917, als het schilderwerk aan de koepel voltooid is, werd nog eens ƒ 1.200,- aan honorarium en ƒ 250,- aan bijwerk overgemaakt. Het honorarium bedroeg in totaal ƒ 3.500,-, De koepelbeschildering door Jan OostermanDe koepel rust op een achthoekige onderbouw, De overgang van achtkant naar koepel wordt gevormd door pendentiefs. Deze achthoekige indeling was aanleiding om op de koepel als hoogste deel van de kerk de hemel af te beelden en deze in acht groepen te verdelen. Hierdoor ontstond de idee om op de koepel de figuren van de ACHT ZALIGHEDEN af te beelden. De Christus figuur neemt een bijzondere plaats in (boven het altaar, dus in het Oosten). Het lag voor de hand om daaromheen te groeperen: 'de zuiveren van harte, want ze zullen God zien. In knielende houding, in extase opziend naar Christus, vormen deze figuren een imponerende groep.De barmhartigen zijn geplaatst aan de westzijde en zo schijnt de Christusfiguur met uitgestrekte armen deze barmhartigen te ontvangen. Zij zijn degenen, die Christus in het oordeel zal toespreken: Komt gezegenden mijns Vaders, want Ik had honger en gij hebt mij gespijsd enz.'. Engelen openen de hemelpoort en nodigen de barmhartigen tot intrede uit. Naast 'de zuiveren van harte' vinden wij in volgorde aan de zuidkant: eerst 'de vreedzamen'. Zij naderen in processie de tronende Christus. Begeleid door de vredesengel, dragen zij de olijftak het symbool van de vrede. Hiernaast vertonen zich 'zij die vervolging lijden'. De attributen: kroon en palmtak der overwinning worden hun door de engelen toegereikt. Engelen begeleiden ook de 'armen van geest' en onderrichten hen in de kennis van God. Aan de noordkant van de koepel vinden wij de drie overige ZALIGHEDEN. Hoe treffend worden zij, die 'hongeren en dorsten' door engelen gelaafd en gespijsd! Hoe ontvangen 'zij, die wenen' de beloofde troost en wijzen de engelen hen op de tronende Christus. De 'zachtmoedigen' eindelijk worden terecht voorgesteld als overwinnaars, die de aarde zullen bezitten. Daarom siert de lauwerkrans hun hoofd en dragen zij in de hand de palm der overwinning. De verdeling in achten wordt ook nog aangegeven door palmbomen, die de groepen van elkaar scheiden. De figuren hebben als achtergrond een gekanteelde muur, waarin zich poorten bevinden, die zo geplaatst zijn, dat zij als rustpunt dienst doen. De gehele voorstelling was door Jan Oosterman (1876, Amsterdam) als muurschildering in de trant van de Beuronerkunstschool opgevat. Bij de aanzet van het koepelgewelf zijn van de negen koren van engelen de Seraphijnen, als hoogste in de hiërarchie, in de zestien pendentiefs van de koepel geschilderd. De Seraphijnen, brandend van liefde, hebben boven hun hoofd een vurige tong. Acht engelenkoren worden voorgesteld door grote houten beelden opgesteld in de acht hoeken. Zij werden vervaardigd door de Bossche beeldhouwer Jos J.A. Kuijpers (1862). Over deze beelden is het volgende op te merken:
Deze acht engelenkoren staan allen op een aarbol. De hier beschreven gewelfschildering is tussen 1 oktober 1998 en 24 januari 1999 geconserveerd door J.G. Post schilderijen-restaurateur uit Breda. |
St.Catharina of Kruiskerk. 1917-18 gebouwd door Jan Stuyt met behoud van de in 1533 vv.gebouwde koorsluiting met noordelijke sacristie van de kloosterkerk der Kruisheren. Dit overblijfsel van het koor is opgetrokken van baksteen met natuurstenen banden en sierdelen, overhoeks versneden steunberen en geprofileerde grotendeels dichtgezette vensters. Sacristie met achtdelig ribgewelf op kraagstenen. Oorspronkelijk schip werd in 1601 begonnen; 1841 vervangen door Waterstaatskerk van J. de Kroon, 1917 gesloopt voor de huidige. Daarin de preekstoel en orgelgalerij met beelden uit 1841 overgebracht; aantal 17e eeuwse grafzerken bewaard en een belangrijke reeks 17e en 18e eeuwse schilderijen, waaronder een cyclus van negen door P.J. Verhaghen uit 1768-81, afkomstig uit de abdij van Averbode. Voorts gegoten koperen kronen (17e eeuw). In de kap van de zuidelijke zijtoren klok van Jan Moer, 1562, diam. 55 cm. Mechanisch torenuurwerk, 1917? is buiten gebruik gesteld. In de sacristie klok van M.de Haze, diam. 35 cm. Orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk, Borstwerk en vrij Pedaal, in 1851 gemaakt door J.J. Vollebregt en Zoon. In 1898 overgeplaatst en gewijzigd door Maarschalkerweerd, in 1956 gerestaureerd. |
Eens, jaren geleden, was een man kruit aan het drogen in een pan op zijn kachel. Zijn bovenbuurman was ook actief: hij had zojuist een haas gebraden en het beest stond in een schaal op de tafel, klaar om opgegeten te worden. Tegelijkertijd werd er in de Kruiskerk (de Sint-Catharinakerk) een mis opgedragen. Plotseling ontplofte het kruit en vernielde het plafond van de kruitdrogende man. De gehele voorgevel van het pand viel naar voren. De tafel met daarop de gebraden haas kwam eveneens op straat terecht. Persoonlijke ongelukken deden zich gelukkig niet voor, zo werd verteld. Het is geen wonder dat iedereen in de stad zich na het horen van de hevige klap naar de plaats des onheils repte. Het ongeluk vormde voor alle Bosschenaren hèt onderwerp van gesprek die dag. De kerkgangers uit de Kruiskerk hadden niets van deze ontploffing gemerkt. Kennelijk verkeerden zij met hun gedachten elders. Toen zij na afloop van de mis uit het kerkgebouw kwamen wisten zij nog van niets.
De overige Bosschenaren vonden dit zo opmerkelijk dat zij dit in een gezegde vastlegden. „Hij komt van de Kruiskerk”, wil zoveel zeggen als: hij weet van niks.
Tijdens een beleg (hetzij dat van 1601, hetzij dat van 1629) moet er een kruisheer geweest zijn die doof was. Hij merkte niets van een bombardement door de Staatsen op de stad en bleef in de kerk bidden. Hij werd door een bom getroffen en overleefde dit niet.
Een andere verklaring van het gezegde dateert uit het begin van de vorige eeuw. De kerk was toen door Fransen in bezit genomen en de aalmoezenier preekte voor de soldaten in hun eigen taal, het Frans. Slechts weinig Bosschenaren konden dit verstaan, de andere kerkbezoekers 'kwamen van de Kruiskerk'.
Tot zover de legenden. Maar er kan ook een andere verklaring zijn voor de oorsprong van dit gezegde. De Kruiskerk vond haar oorsprong als parochiekerk in 1569 toen de kapel van het Kruisbroedersklooster hiertoe werd verheven. Deze Kruisheren lazen de mis, maar de parochiële berichten werden niet aan de parochianen bekend gemaakt. Deze kerkgangers wisten dus niets van wat zich afspeelde en 'kwamen...'.
Het is de moeite waard deze eigen Bossche gezegden te blijven gebruiken. Een levende taal overleeft. Al hoorde ik onlangs het gezegde: 'Hij is in de Kruiskerk geboren'.
Daarmee werden twee bestaande gezegdes, het hierboven behandelde en 'hij is in de kerk geboren' (= hij laat de deur openstaan) gecombineerd tot een niet-bestaande spreuk. |
1471 |
In 1471 zijn het klooster en de kerk gebouwd. Bron: Kloosters, Kronieken en Koormuziek |
|
1533 |
Vroegste bouwperiode van de kapel 1533-1542. Bron: Gedenksteen ingang kerk |
|
1533 |
Bouw van de eenbeukige kloosterkerk, waarvan nog resteren: de westgevel en het diepe paterskoor. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1569 |
De Sint Catharina (een kloosterkerk van de Kruisheren) wordt tot parochiekerk verheven. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
1569 |
Op 16 juli 1569 bestemt bisschop Sonnius de kloosterkerk tot parochiekerk voor de juist geformeerde St. Cathrien. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1601 |
De Kruiskerk is te klein geworden voor de parochianen van de St. Cathrien. Er wordt een nieuw voorschip gebouwd. De eerste steen ervan wordt gelegd door Anthonie Schets van Grobbendonck, onze gouverneur. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
1601 |
Het stadsbestuur bekostigt de aanbouw van een beuk. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1605 |
Het stadsbestuur betaalt een bedrag van zeshonderd gulden ten behoeve van de kerk van Sint Catrien. De kerk wordt gedeeltelijk hersteld (van de opgelopen schade bij de belegering van Maurits) en voor een deel nieuw gebouwd. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
1619 |
De huidige kosterswoning wordt als pastorie aangebouwd. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1629 |
Bij het beleg van 1629 zwaar beschadigd. Bron: ? |
|
1650 |
De hervormden nemen de voormalige Sint Catharinakerk als kerkgebouw in gebruik. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
1703 |
Spits verloren tijdens zware storm. Bron: ? |
|
1794 |
Intocht van het Franse leger in de stad; de kerk wordt ingericht als legermagazijn, hooi- en paardenstal. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1810 |
Bij keizerlijk decreet van Napoleon wordt de kerk op 8 december 1810 terug gegeven. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1829 |
Ter verfraaiing worden negen schilderijen aangekocht. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1841 |
De Catharinakerk wordt in Waterstaatstijl gebouwd; enkel het uit 1533 daterende koor blijft. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
1842 |
Kerk verbouwd in 1842-1844 door Jos de Kroon. Bron: Gedenksteen ingang kerk |
|
1842 |
Bouw nieuwe kerk (architect J. de Kroon) Bron: Architectuurgids 's-Hertogenbosch |
|
1842 |
Eerste steenlegging door pastoor Corstens, G. van Son en H.A. Bijvoet op 10 maart 1842. Kerkconsecratie door mgr. J. Zwijsen op 18 oktober 1842. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1850 |
J.J. Vollebregt bouwt het orgel (1850-1855). Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1915 |
Kerk verbouwd in 1915-1918 door Jan Stuyt. Het koor uit 1533 bleef gehandhaafd. Bron: Gedenksteen ingang kerk |
|
1915 |
Bouw huidige kerk met behoud van oude koor (1916-1917). Bron: Architectuurgids 's-Hertogenbosch |
|
1916 | De grote koepel met een middelijn van 22 meter -de eerste van gewapend beton in Nederland- wordt door I.G.B. gerealiseerd. | |
1916 |
Eerste steenlegging door pastoor A. Sweens op 3 mei 1916. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1918 |
Kerkconsecratie door mgr. A.F. Diepen op 13 mei 1918. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1978 |
Feestelijke ingebruikname van de heringerichte kerk door dr. B. Speekenbrink pr. op 14 mei 1978. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1982 |
Onthulling van het Dobbemonument, afkomstig uit voormalige St. Pieterskerk. Folder: Kruiskerk of St. Cathrien |
|
1995 |
Periode 1995-1999 Bron: Gedenksteen ingang kerk |
2010 |
Sint-CatharinakerkKruisbroedershof 4De Sint-Catharina- of Kruiskerk werd gebouwd tussen 1533 en 1542 als kapel van het voormalige Kruisbroedersklooster. Hiervan resteert nog het gotische koor boven de Binnendieze. In 1601 werd het gebouw vergroot met een schip en zijbeuk. Na 1629 kwam de kerk ten dienste van de Gereformeerde Gemeente. Het klooster werd een militaire gevangenis. Na 1794 was het gebouw paardenstal, broodbakkerij en weer kerk voor het garnizoen. In 1810 werd op last van Napoleon de kerk teruggegeven aan de rooms-katholieken. Er kwamen twee kruisarmen bij.In 1916-1917 werd de kerk verbouwd tot een neobyzantijnse centraalbouw, van binnen afgedekt met een koepel van gewapend beton, beschilderd door Jan Oosterman met taferelen uit de Bergrede. In de kerk zijn diverse bezienswaardige schilderijen, waaronder enkele, die in de 19e eeuw zijn verworven van de abdij van Averbode (België).
Magazine Open Monumentendag (2010) 15
|
|
2015 |
Sint-CatharinakerkDe Sint-Catharinakerk is ontstaan vanuit de kapel van het voormalige Kruisbroedersklooster, gebouwd tussen 1533 – 1542. Hiervan resteert de gotische koorpartij boven de Binnendieze. In 1569 werd de kapel tevens parochiekerk. In 1601 vergrootte men de kerk daarom met een schip en zijbeuk. Na 1629 kwam de kerk ten dienste van de Gereformeerde Gemeente. Het klooster werd militaire gevangenis. Na 1794 werd de kerk gebruikt als paardenstal en broodbakkerij, maar in 1809 kreeg het weer de functie van kerk voor het garnizoen. In 1810 werd de kerk op last van keizer Napoleon teruggegeven aan de rooms-katholieke parochie. Naar plannen van architect Jos de Kroon werd de kerk vergroot met twee kruisarmen. In 1916 – 1917 werd deze opnieuw door architect Jan Stuyt ingrijpend verbouwd tot een neobyzantijnse centraalbouw, met een opmerkelijke koepel van gewapend beton, beschilderd door Jan Oosterman met het thema van de Bergrede. In de kerk zijn diverse schilderijen bezienswaardig, waaronder de schilderijen die in de 19e eeuw zijn verworven van de abdij van Averbode (België). De kerk en de voormalige pastorie zijn gerestaureerd in 1996. De fraaie renaissance krulgevel van de pastorie uit 1619 werd bij bouwhistorisch onderzoek teruggevonden onder de pleisterlagen en gerestaureerd.
Magazine Open Monumentendag (2015) 13
|
2004 |
Aanwijzing archeologisch monumentHet college heeft besloten om de terreinen ten zuiden van de Sint Catrienkerk en ten noorden van de Sint Jan aan te wijzen als gemeentelijke archeologische monumenten. Onder het terrein ten zuiden van de Sint Catrienkerk liggen de resten van het voormalige Kruisbroedersklooster en onder het terrein ten noorden van de Sint Jan liggen de resten van de allervroegste bebouwing van de stad.
B&W Besluitenlijst 20 april 2004
|
|
2006 |
Correctie grens archeologisch monumentHet college corrigeert de begrenzing van het gemeentelijk archeologische monument ten zuiden van de Sint Catrienkerk vast. Abusievelijk was de begrenzing verkeerd opgenomen in de archeologische verwachtingskaart waardoor een gedeelte van de fundamenten van het voormalige klooster niet beschermd waren.
B&W Besluitenlijst 21 november 2006
|
|
2007 |
Wijziging archeologisch monument Sint CatrienHet college trekt haar besluit om de grenzen van het archeologisch monument bij de Sint Catrienkerk te corrigeren in. Er moet een volledige procedure gevolgd worden, deze wordt opgestart.
B&W Besluitenlijst 22 mei 2007
|
|
2008 |
Correctie grens monumentHet college corrigeert de grens van een gemeentelijk archeologisch monument ten zuiden van de Sint-Cathrienkerk. Deze is in het verleden niet juist opgenomen.
B&W Besluitenlijst 8 januari 2008
|
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 50-51
H.P. Coster, Nog eens: de St. Catharina of Kruiskerk te 's-Hertogenbosch, a.w. 11 (1918) 41-45
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 49, 50, 56
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch 4 (1873) 345-355
J. Stuijt, 'De Kruiskerk te 's-Hertogenbosch' in: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond 2 (1917) 282-283
C.F. Xavier Smits, 'De kruiskerk of S. Cathrien van 's Hertogenbosch' in: Taxandria (1916) 31-33
Dirk Van de Vijver, 'Jean-Baptiste De Dobbeleer (1784-1868)' in Sterk gebouwd & makkelijk in onderhoud (2006) 120, 121-122
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 180-182
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 383